Stageverslag Washington 2001

Washington DC en Fairfax County

http://stages.fireobservers.org/#5

Woensdag 30 Mei 2001

De dag van het vertrek.
Om 7u 45 spraken we met de volledige zelzaatste groep af in de brandweerkazerne. Collega's Erik De Theye, uit het Nederlandse Westdorpe, en Dirk Neukermans, uit Waarschoot, kwamen naar ons toe om gezamenlijk naar het station in Deinze te vertrekken, waar we de trein richting Zaventem namen.
Eenmaal de controles en de bagageafgifte voorbij, werd er nog snel een hap gegeten of iets gekocht in de vele taxfree-shops.
Rond 12.30 verlieten we Belgische bodem om een kleine 9 uur later aan te komen in Washington Dulles Airport. De Amerikaanse kennismaking verliep vlot zodat wij weinig tijd verloren aan de soms toch wel strenge kontroles om het grondgebied van de VS te mogen betreden. Bij het afhalen van onze 3 huurwagens liep het ietsjes minder goed af omdat de communicatie tussen het Belgisch en het Amerikaanse verhuurbedrijf blijkbaar niet zo vlot verlopen was. Na wat gezaag en gekibbel konden we uiteindelijk onze wagens inladen en koers zetten naar ons hotel in Fairfax, op ongeveer 5 km van het vliegveld.
Bij aankomst aan het hotel hadden de meeste wel zin in een frisse douche. Sommigen konden niet wachten tot hun zwembroek gevonden was en doken het zwembad in mét brandweeruniform en al. Omdat we toch al een hele tijd op waren, kregen sommigen van onze 16 koppige groep honger en we besloten nog een biefstukje tussen de kiezen te slaan in een restaurantje in de buurt van ons hotel. Daar hadden Marc, Paul en ikzelf een afspraak gemaakt met onze contactpersoon voor de brandweerdienst van Fairfax County, chief Larry Johnson. Rond 23 uur kropen de meesten tussen de lakens want het serieuze werk moest immers nog beginnen.

Donderdag 31 mei 2001

Vandaag was het de dag voor de kennismaking met de brandweerdiensten van Fairfax County en Washington DC. Onze 16 koppige groep werd opgesplitst in 2 groepen. De eerste groep van 8 mensen ging bij de brandweerdienst van Fairfax, de overige 8 bij de brandweerdienst van Washington DC.
Maar eerst werd er nog een bezoek gebracht aan Fire Station 26 in Fairfax County. Het materiaal in deze kazerne verbaasde werkelijk iedereen, er stond een rescue squad team, een autopomp, een ladderwagen en zelfs een heus vliegveldbrandweervoertuig Deze laatste gebruikten ze indien er ongevallen waren, op de autostrades, waar er schuim vereist was.

Na nog kennis gemaakt te hebben met de plaatselijke crew verlieten wij rond de middag Fairfax om zo koers te zetten naar Washington DC.
Paul en zijn bende gingen naar Batallion 3 en 2 en ikzelf ging naar batallion 4 en 1.
Wat mij vooral opviel in vergelijking met andere stages is dat het verkeer hier verschrikkelijk is, je komt hier op ieder tijdsstip van de dag en de nacht files tegen.
Na onze vrienden Hubert en Luc afgezet te hebben bij batallion 1, reden Erik en ik naar onze post enkele kilometers verder. We werden goed ontvangen in onze post en mochten tot onze grote vreugde zowel met de Engine als de laddertruck mee uitrukken. We deden deze dag nog enkele medische tussenkomsten en kropen rond 22.30 onder de wol.

Vrijdag 1 juni 2001

Wie gedacht had in Washington DC een nachtje te kunnen pitten zat lelijk fout.
Vandaag draaiden we immers een 24 uren shift mee met onze Amerikaanse collega's. Deze nacht hebben Erik en ikzelf misschien totaal een 2 tal uur geslapen. Eer waren zeer veel medische oproepen en tegen de ochtend kwam er een melding van brand in de metro Dit was de moeite om eens mee te maken, Al het verschillende en talrijke materiaal dat ter plaatse kwam was zeer indrukwekkend. In de voormiddag hielpen Erik en ikzelf ook bij de kuiswerkzaamheden, een dweiltje slaan en zo. 's Namiddags hielpen wij bij het terug inrichten van de orginele autopomp ( Engine 11 ) Deze was weg geweest voor herstellingen. Na een typisch Amerikaans avondmaal lazen we nog een boekje om rond 9.30 in ons bedje te duiken. Dit was echter van korte duur want rond 23.00 h kregen we een melding van een verkeersongeval met beknelling enkele straten achter onze kazerne.
Het werd dus voor de tweede nacht van weinig slaap en veel interventies.

Zaterdag 2 juni 2001

Deze morgen vroeg uit de veren want we gingen stappen in Washington DC. Eerst verplaatsten we ons naar Batallion 1 waar we afspraak hadden met de volledige groep.
Omdat het metrostation naast deze kazerne lag besloten we om onze wagens op stal te laten en DC te verkennen via de Subway.
De eerste halte op onze toeristische dag was het overbekende Capitool met zijn unieke koepelvormige toren. Dit is tevens het hoogste gebouw in DC, logisch want het is namelijk verboden hoger dan dit gebouw te bouwen…

De fotocamera's stonden meteen roodgloeiend als we zicht kregen op de Washington Mall, het bekendste Park van DC. We maakten een korte wandeling door de Mall en bezochten er het Air & Space Museum, waar een mooie collectie oude vliegtuigen te bewonderen is.
Omdat het vandaag verschrikkelijk warm was ging een frisse pint er makkelijk in.
Rond 12.00 h namen we de metro terug richting Arlington Cemetery Na een hamburgertje van Burger King gingen wij een kijkje nemen op dit bijzondere militaire kerkhof.
Op deze begraafplaats liggen onder andere de familie Kennedy en de volledige bemanning van het ruimteveer Challenger, welke verongelukte in 1986. Rond 16.00 h bezochten we de aflossing van de wacht aan het graf van de onbekende soldaat Dit was voor de meesten van ons de topper van de dag.
Een stevige wandeling bracht ons naar het Korea en Vietnam-memorial. Deze plaatsen zijn een van de toeristische hoogtepunten in Washington DC.

Na de wandeling over de Mall en een fotootje van het witte Huis ging iedereen terug naar zijn besbetreffende kazernes waar iedereen aan zijn interventies begon bij de brandweerdienst.

Zondag 3 juni 2001

Vandaag onze laatste dag uitrukken met onze collega's van Washington DC. Na een alweer onrustige nacht begonnen Erik en ikzelf met de grote opkuis van onze kazerne. Alle glas en papier, dat voor de deur lag, werd zorgvuldig opgeruimd en alle plaatsen werden proper gedweild. Opeens weerklonk in de oproepinstallatie "everybody Goes", een teken dat er een brandmelding was. Met veel lawaai verlieten we de kazerne en begaven ons naar de plaats van het onheil. Een matras had vuur gevat in een kleine eengezinswoning, niets spectaculair dus.

Na de middag besloten we om met onze huurwagen Hubert en Luc, twee collega's van mij van Zelzate, te gaan bezoeken bij batallion 1. Eenmaal deze twee te hebben opgepikt brachten we een bezoek aan de House Of Pain, de drukste brandweerpost van de Verenigde staten én gelegen in een van de beruchtste delen van Washington DC.
Eenmaal terug in onze post besloot ik om het deze nacht het rustig te gaan houden en niet meer uit te rukken omdat er morgen alweer een drukke dag op het programma stond.

Maandag 4 juni 2001

Deze morgen werd alle bagage weer zorgvuldig ingepakt want onze vier dagen DC waren voorbij. We gingen nu eens een kijkje nemen bij de brandweerdienst van Fairfax County in de staat Virginia.
De voltallige groep sprak af in station 25 om van daar uit een bezoek te brengen aan de brandweerdienst van Dulles International Airport. We konden er enkele crashtrucks bewonderen en kregen een prachtige rondleiding in de kazerne.

Onze volgende halte was het trainings-center van Fairfax County, een plaats waar elke brandweerman wel eens een dagje of zelfs een weekje zou willen doorbrengen. Op dit toch wel uitgestrekte domein kan nagenoeg elke noodsituatie nagebootst worden ; van ongevallen met treinen tot zware instortingen van flatgebouwen. Volgende halte op ons traject door Fairfax was de ontmoeting met het USAR-Team Deze is gespecialiseerd in het opzoeken van slachtoffers in zwaar geteisterd gebied door bvb aardbeving of terroristische aanslagen (cfr. Oklahoma bombing). Dit team, van ongeveer 35 manschappen, mag samen met een team uit Miami-Dade in Florida ( ook al een plaats waar we geweest zijn) alleen nà toestemming van de hoge overheid buiten de grenzen van de VS opereren. Ze kunnen na een melding van een eventuele ramp of aanslag binnen de 2 uur vertrekken met àl hum materiaal en manschappen.
Laatste stopplaats op deze prachtige dag is het 911 center van Fairfax County, de zogenaamde alarmeringscentrale waar alle noodoproepen voor zowel politie als brandweer verder behandeld worden.
Na deze toch wel echt boeiende en interessante dag ga ik vlug nog iets eten, om daarna in mijn bed te duiken in Station 18.

Dinsdag 5 juni 2001

Vandaag terug een volledige wacht van 24 uren bij de brandweerdienst van Fairfax County.
Wat mij direct opviel deze ochtend is het feit dat ik kon slapen tot 8u00, dit was wel eens nodig na de zware 4-daagse in Washington DC. Na het ontbijt werd wat aan materiaalkennis gesleuteld en rond 11.00 h vertrokken we naar het plaatselijke sportveld voor wat conditie-training. Enkele brandweermannen speelden een partijtje basket maar ik verkoos een stevige wandeling te maken in het prachtige park. Op het moment dat we juist terug aan onze autopomp kwamen, kregen we een melding dat er een gevaarlijke stof zou ontsnapt zijn in een middelbare school. Door deze melding had ik het geluk om het Hazmat-Team eens in actie te zien. Ook Steven De Smaele was aanwezig op deze interventie, hij reed immers mee met de Batallion Chief die het hele zootje coördineerde.
Later op de dag hoorden we dat de oorzaak van deze interventie een ontploft busje peperspray was, waardoor enkele leerlingen misselijk geworden zijn.
Het was al ruim na de middag als we onze boodschappen deden. Gelukkig was het verder een rustige middag. s'Avonds werd deze rust nog één maal verstoord. Ik was net naar de film 'The Gladiator' aan't kijken toen een oproep binnen kwam voor een verkeersongeval ; maar zonder veel ergs.
Rond 23u.00 kroop in onder de wol en het bleef een zeer rustige nacht verder.

Woensdag 6 juni 2001

Vandaag zijner weer enkele interessante brandweerbezoeken gepland in Washington DC. Na
het trotseren van de drukke, ellendige ochtendspits komen we nog net op tijd aan op de verzamelplaats in DC, waar de andere stageleden ons opwachten.
Eerste stopplaats is het traingscenter van DC, waar wij een ontzetting van een gekneld slachtoffer en een training van politiehonden mogen meemaken.
Vervolgens rijden we terug de Potomac River over en bezoeken nu de plaatselijke 911 centrale, welke zeer verouderd is en waar technische problemen schering en inslag zijn. Maar geen paniek de nieuwe alarmeringscentrale is zo goed als klaar en wordt normaal gezien rond eind juni in gebruik genomen.
Rond 13.00 werden wij verwacht bij de Fire Chief van Washington DC.
Het werd een gezellige babbel. Hij voelde zich vereerd om zo'n grote groep Europeanen bij zijn brandweerdienst te kunnen ontvangen. Na de overhandiging van enkele geschenkjes, werd er een groepsfoto genomen voor in de plaatselijke krant.
De trip werd verdergezet richting luchthaven. Daar kregen we een tochtje voorgeschoteld met de blusboot van Washington DC op de Potomac River. We vaarden onder andere voorbij een grote militaire basis en onder een spectaculaire brug.
Rond 18.00 uur verlieten we terug DC en begaven ons terug op de drukke wegen richting Fairfax. We besloten om iets te gaan eten bij Hooters en rond 22.15 was iedereen terug op zijn vaste posten, klaar om terug uit te rukken met hun Amerikaanse vrienden.

Donderdag 7 juni 2001

Normaalgezien is dit mijn laatste dag bij de brandweerdienst om nog eens mee te kunnen uitrukken, maar vandaag heb ik besloten er een rustige dag van de maken. Zo ben ik begonnen met mij eens goed uit te slapen, dit omdat de vermoeidheid mij nu wel echt parten begint te spelen en zodat ik morgen, als bestuurder van de huurwagen, geen domme dingen doe op weg naar New York. Rond 11.00 verlaten Luc Verschuere en ikzelf de brandweerpost met onze huurwagen en gaan wat shoppen in Fairfax. Zo brengen we onder andere een bezoekje aan het headquarters van Fairfax waar we enkele brandweerspullen kunnen kopen. Op onze terugweg stoppen we ook nog even bij Ive en Raymond om hen nog eens een goeie dag te zeggen.
De avond in onze post vullen we met een ijsje eten en wat TV kijken.

Vrijdag 8 Juni 2001

Viola, het brandweergedeelte zit er op en de bagage van iedereen staat bolgespannen.
Gelukkig kunnen we vanmorgen onze bagage afleveren in station 15, zodat wij niet alles moeten meezeulen op ons toeristisch gedeelte. Na een stevig McDonalds ontbijt vertrekken we rond 10.30 richting New York City. De weg is eenzaam en saai en op vele momenten zijn er maar drie personen van de zestien wakker, u kunt het al raden … de drie bestuurders. De weg naar New York bestaat vooral uit betalende autostrade, de zogenaamde Turnpikes. Ons middagmaal nuttigen we in een voorstad van Philadelphia waarna de rit naar New York City wordt verdergezet. Blijkbaar is er niet enkel een fileprobleem in de buurt van Washington DC, maar ook in New York weten ze wat auto's zijn.
Rond 18.00 h komen wij aan bij ons hotel op de rand van Central Park in het noorden van Manhatten. Het hotel is voor de meesten even schrikken als ze hun kamers betreden. Er staan 2 bedden in een ruimte die niet groter is dan 3 op 3 meter. Er is één douche en één toilet beschikbaar voor de ganse gang. This is the hotel from hell !!!! Maar als brandweermannen hebben we al voor hetere vuren gestaan en we besluiten er het beste van de maken.
Tijdens onze avondwandeling in Central Park hebben we nog een appartementsbrandje meegepikt bij onze collega's in New York.
Eenmaal terug in ons hotel werd er nog een kippebilletje verorberd en een pintje gedronken voor we ons uiteindelijk allemaal naar onze " ruime, bemeubelde " kamers begaven.

Zaterdag 9 juni 2001

Vandaag ongetwijfeld de topdag in ons toeristisch gedeelte, maar tevens ook de zwaarste dag. Er staat veel op ons programma.
Deze morgen zijn de meeste reeds vroeg uit de veren, de een al wat frisser dan de andere. Na een licht ontbijtje bestaande uit een tas koffie en een koekje duiken we rond 8.30 in de welbekende New Yorkse metro om aan onze onvergetelijke dag te beginnen.

Eerste halte op het traject is Times Square; het lawaai van toeterende taxi's en loeiende politiesirenes weergalmd door de straten. We zetter onze reis te voet verder en bereiken zo, via een klein ommetje langs een New Yorkse brandweerpost, het Fire Museum van New York City. Dit museum, ondergebracht in een oude kazerne bezit een schat aan oude voertuigen en prachtige brandweerhelmen.
Degenen die nog plaats hadden in hun bagage kochten nog wat souvenirs van de New Yorkse brandweer. Na ons bezoek namen we terug de metro en gingen eens een kijkje nemen in Brooklyn. Omdat het nog ochtend was, was de Skyline van Manhatten adembenemend vanop dit punt. Nu kwam het vermoeiende werk, een wandeling terug over de Brooklyn Bridge naar Manhatten. Eenmaal deze brug over besloten we om af te slaan in China Town en ons middagmaal in deze wijk te nuttigen. Omdat China en Italië naast elkaar liggen in New York, maakten we nog een wandelingetje door Little Italy, waar sommigen genoten van een lekker Italiaans ijsje.
Rond 15.00 h doken we terug de metro in om enkele blokken verder, aan het World Trade Center terug het daglicht te ontmoeten. Sommigen verkozen om New York City eens te zien van op een hoogte van 410 meter , anderen verkozen dan weer een Europese pint boven het mooie uitzicht. (Alhoewel het misschien toch goedkoper was om van het uitzicht te gaan genieten …)

Met de metro tot de Staten Island Ferry was een ritje van enkele minuten. De overtocht met de Ferry duurde ongeveer een 20 tal minuten. Van op deze Ferry, welke gratis is, was het uitzicht op Manhatten nog mooier dan in Brooklyn. Ook het wereldberoemde vrijheidsbeeld ging niet aan onze fotolenzen voorbij.
Het werd nu stilaan duister boven New York en Paul stelde voor om nog eens een kijkje te gaan nemen in Brooklyn. Daar genoten wij op een bankje en met een goed Belgisch pintje van de zonsondergang boven de skyline van deze indrukwekkende wereldstad. Onze laatste halte van die dag was nog eens het mooie Times Square, maar nu by night. Alles werd verlicht door de vele reclamelichtjes. Massa's toeristen baanden zich een weg van een ene Broadway casino naar het andere.
Met enkele deelnemers ging ik nog een lekkere T-bone steak eten in de buurt om vervolgens terug af te zakken naar het kleine keldertje in ons hotel, aan Central Park, waar wij zalig genoten van een welverdiende rust.

Zondag 10 juni 2001

Na een kort nachtje van rust was iedereen vroeg uit de veren om er terug in te vliegen in de Big Apple. Vandaag is er in New York de Puerto Rican Day Parade, een optocht van de Puertoricaanse gemeenschap. De verwachtingen zijn dat er ongeveer 3 miljoen mensen in de buurt van 5th Avenue en Central Park zullen rondwandelen. Al van vroeg in de ochtend waren de NYPD-bleus op de been. Er stond liefst met 6000 man in om de veiligheid te garanderen. Een fotootje met de politie mocht zeker niet ontbreken in onze, nu al ruime, collectie fotomateriaal. Rond 9.00 doken we terug ons metrootje in, sommigen ietsjes te hard, want er vlogen opeens Hollanders rond in de metro ( sorry Erik ).
Na een stevig ontbijt in de buurt van Pier 86 brachten we een bezoek aan het Intrepid Air and Sea Museum, waar een echt vliegdekschip aangemeerd ligt. Een groot deel van dit museum is ondergebracht in dit vliegdekschip. Het was al na het middaguur als we ons terug begaven naar Central Park, we betraden dit uitgestrekte park via de Strawberry Fields, een plaats die genoemd werd ter ere van Beatle John Lennon. Het was al zeer druk in het park vanwege de Puertoricaanse parade, en overal waar je keek zag je politie. We probeerden tot op 5th Avenue te geraken maar hadden al snel door dat dit een hopeloze zaak zou worden vanwege de drukte. Dus besloten we dan maar nog wat te gaan winkelen in het gezellige China Town. Op de terugweg naar ons hotel hadden we wel de pech dat onze metro niet stopte voor ons hotel maar enkele blokken verder reed en pas halt hield in Harlem, een niet zo aantrekkelijk en berucht stadsgedeelte ven New York City. Na een stevige wandeling terug naar ons hotel, wachtte ons ( terug ) een lekker kippebilletje en een fris budweizertje. Na nog wat geklets in onze nu al beroemde kelder gingen we allen onze laatste nacht in New York tegemoet.

Maandag 11 juni 2001

Vandaag staan er terug kilometers op ons programma. We vertrekken rond 7.30 in New York en begeven ons nu richting Philadelphia. Eindelijk, en vermoedelijk door het vroege uur valt de verkeersdrukte nog mee. Na ongeveer 2 uur bollen komen wij aan in Philadelphia. Deze stad met een rijkdom aan historische gebouwen en Amerikaanse geschiedenis is de ideale plaats om eens tot rust te komen na het drukke New York. We bezoeken onder andere de Liberty Bell en het Courthouse. Daarna kregen we ook nog, het was zelfs sluitingsdag, een privé rondleiding in het plaatselijke brandweermuseum. In het oude beursgebouwd aten we nog een Philly cheese-steak, waarna we trokken we naar een persfabriek van de nationale bank waar de muntstukjes geperst werden. Rond 15.00 verlieten we Philadelphia over een indrukwekkende dubbeldekbrug en begaven ons nu richting Atlantic City, het gokparadijs van de Amerikaanse oostkust. Eenmaal aangekomen in ons hotel was het alsof we van de hel naar de hemel gingen, de kamers waren zo ruim en er waren er zelf die een suite kregen voor hun overnachting. Dit was echt wel een groot verschil met ons kamertje in New York. Na een frisse douche gingen we nog eens stappen op de prachtige boardwalk langs de Atlantische Oceaan. We genoten er van de indrukwekkende hotels en casino's.
Ik ging deze avond vroeg slapen want ik had nood aan een goed en lekker bedje.

Dinsdag 12 juni 2001

Na mijn lange en rustige nacht in mijn heerlijk bed begeef ik mij nu naar het ontbijtbuffet op de benedenverdieping van ons hotel. Ik eet samen ontbijt met Paul. Mark en Kurt van Wingene. Rond 9.30 verlaten wij Atlantic City en begeven ons naar Cape May waar we de ferryboot nemen richting Lewis in de staat Delaware. De overtocht met de ferry duurt ongeveer een uur en twintig minuten, maar we genieten met volle teugen van het mooie weer.
Eenmaal wij aangekomen zijn in Lewis is het ongeveer nog een tweetal uur rijden naar Annapolis, waar wij een korte stop inlassen om eens een kijkje te nemen in de militaire officierenschool van de US Navy. Heimwee en vermoeidheid slaan toe en Iedereen begint nu al te verlangen naar zijn laatste overnachting. Sommigen nemen in ons hotel in Fairfax nog een frisse duik in het zwembad, terwijl anderen gaan genieten van een lekker avondmaal bij Hooters.
Iedereen praat nog even na met een frisse pint aan het hotel en dan gaat elk van ons zijn laatste overnachting tegemoet.

Woensdag 13 juni 2001

Vertrekdag vandaag. Deze morgen is iedereen druk in de weer om zijn bagage op punt te stellen en alles een zo goed en veilig plaatsje te geven. Het vliegtuig vertrekt pas om 17.00 vanmiddag zodat we nog even tijd hebben om afscheid te nemen bij onze vriend Larry Johnson van de brandweerdienst van Fairfax. Daarna gaan we nog voor de laatste maal eens gaan shoppen. Souveniertje voor de vrouw, cadootje voor de kindjes, kleinigheidje voor jezelf …. Na het spenderen van onze laatste centen begeven we ons richting Dulles Airport voor onze terugreis naar België.

Donderdag 14 juni 2001

Rond 7.45 staat ons vliegtuig aan de grond op Belgische boden. Na een toch wel vermoeiende 16 daagse is iedereen nu toch wel blij dat zij terug bij vrouw, vriendin of kinderen kunnen zijn. Voor mij was het alvast terug een geslaagde stage in de V.S.

STAGEVERSLAG DOOR VAN ACKER FILIP – BRANDWEERDIENST ZELZATE

  

     dc03                                          

    


Bekijk ook de website van de korpsen:
DC fire and EMS en Fairfax fire and rescue

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fireobservers.org/stageverslag-washington-2001/